De voorzitter opent de zitting op 26/06/2024 om 20:03.
De raad voor maatschappelijk welzijn dient telkens het verslag van de vorige vergadering goed te keuren.
Geen
Enig artikel: het notulenverslag van de raad voor maatschappelijk welzijn van 28 mei 2024 wordt goedgekeurd.
Ter afsluiting van het boekjaar, lopende van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023, wordt de jaarrekening 2023 voorgelegd aan de raad voor maatschappelijk welzijn, wat betreft entiteit OCMW.
Zowel de jaarrekening als de documentatie bij de jaarrekening 2023 zijn toegevoegd in bijlage aan het agendapunt.
Ook de financiële rapportage over 2023 door de financieel directeur is toegevoegd in bijlage aan het agendapunt.
Het MAT bracht advies uit op 31 mei 2024.
Artikel 1: de raad voor maatschappelijk welzijn keurt de jaarrekening 2023 goed, in bijlage van deze beslissing liggende, voor de entiteit OCMW.
Artikel 2: de raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van de financiële rapportage 2023, in bijlage van deze beslissing liggende, over de thesaurietoestand, de debiteuren, de budgetuitvoering en de visums.
Met deze aanpassingen hebben we twee doelen
a) Het probleem van personeelsschaarste in de zorg.
De wens om volop in te zetten op eigen vast personeel in het WZC om de continuïteit en kwaliteit binnen de zorg te vrijwaren en te verbeteren.
De nood om de regeling van prestatiegerichte uurroostertoeslagen in te voeren om de zorgfuncties financieel aantrekkelijker te maken.
b) De nood om deeltijdse werkhervatting na afwezigheid wegens ziekte/ongeval ook mogelijk te maken voor statutaire personeelsleden die niet meer beschikken over (voldoende) ziektekredietdagen.
Voor deze taken dient een wettelijk kader voorzien te worden, op te nemen in de rechtspositieregeling.
De besprekingen gevoerd in het hoog overleg- en bijzonder onderhandelingscomité van 27 mei 2024 met het tot stand komen van 2 protocollen van akkoord tot gevolg.
Het positief advies van het managementteam van 31 mei 2024.
De budgettaire weerslag is positief voor het individueel personeelslid én voor het lokaal bestuur.
A. De vergoedingen voor onregelmatige prestaties
Gevolg: een individueel personeelslid krijgt bovenop de basiswedde mogelijkheid om toeslagen te krijgen in functie planning: de loonkost van het individueel personeelslid stijgt, doch de kosten inzetten interimmers en zelfstandigen (waarbij enerzijds een bijkomende fee moet gerekend worden ten gunste van de interimbureaus en anderzijds hogere uurtarieven gangbaar zijn) zullen meer dalen dan de bijkomende verloning voor in dienst zijn personeel.
B. Deeltijdse werkhervatting na afwezigheid wegens arbeidsongeschiktheid
Wanneer we dit niet invoeren, blijft een statutair personeelslid volledig in disponibiliteit met een brutoloon als disponibiliteitsvergoeding van 60%.
Wanneer we dit wel invoeren en het statutaire personeelslid komt halftijds terug, dan krijgt dit personeelslid 50% + 37.5%/2 = 68.75% van het brutoloon.
Wanneer we echter het niet invoeren maar wel het statutaire personeelslid moeten vervangen ondertussen is de kost voor het lokaal bestuur: 60% brutoloon voor het in dispo zijnde personeelslid + 50% brutoloon voor vervanger = 110%
daarenboven zal het aantal statutaire personeelsleden in komende legislatuur, onder meer door pensionering, verder dalen.
Artikel 1: de aanpassing van de rechtspositieregeling personeel lokaal bestuur wordt goedgekeurd, zoals vastgesteld in bijlage van dit besluit (alle gewijzigde en nieuwe tekst staat in blauw gemarkeerd). Deze aanpassing treedt in werking vanaf 1 juli 2024.
Artikel 2: afschrift van onderhavig besluit zal in het kader van het algemeen bestuurlijk toezicht aan de bevoegde overheid worden toegestuurd.
Een nieuwe versie goedkeuren van het algemeen reglement van de medische activiteit. Dit reglement bepaalt de rechten en plichten van de behandelende artsen die actief zijn in woonzorgcentrum Parkhof.
Dit kadert in de aanstelling van de CRA in die mate dat de behandelende artsen het mandaat van de CRA aanvaarden.
Het lokaal bestuur van Machelen is als openbare initiatiefnemer bevoegd en verantwoordelijk voor het beheer en de uitbating van woonzorgcentrum Parkhof, gevestigd in de Koningin Fabiolalaan 62 te 1830 Machelen.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019 over de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers bepaalt in artikel 35 van bijlage 11 dat het woonzorgcentrum moet beschikken over een algemeen reglement van de medische activiteit met de rechten en plichten van de behandelende artsen die actief zijn in het woonzorgcentrum.
Het reglement van de medische activiteit moet minstens volgende punten beschrijven:
De huidige versie van intern reglement van orde voor bezoekende huisartsen R.V.T. Parkhof van 2008 voldoet niet aan de bepalingen van artikel 35.
Het herziene reglement wordt thans voorgelegd aan de raad voor maatschappelijk welzijn ter goedkeuring.
De goedkeuring van een wijziging van het reglement door de Orde van artsen is niet langer nodig. Wel dient het gewijzigde reglement ter kennisgeving te worden bezorgd aan de bevoegde huisartsenkring.
Het nieuwe reglement zal aansluitend aan de behandelende artsen worden bezorgd, met verzoek om een voor ontvangst ondertekend exemplaar terug te bezorgen.
Geen
Enig artikel: de raad voor maatschappelijk welzijn keurt het reglement vaststelling van algemeen reglement van de medische activiteit houdende de rechten en plichten van de behandelende artsen die actief zijn in woonzorgcentrum Parkhof te Machelen goed:
"Vaststelling van algemeen reglement van de medische activiteit houdende de rechten en plichten van de behandelende artsen die actief zijn in woonzorgcentrum Parkhof Machelen
Artikel 1: dit reglement bepaalt de rechten en plichten van de behandelende artsen die actief zijn in woonzorgcentrum Parkhof te Machelen.
Onder behandelende arts wordt verstaan: de arts die op zijn of haar deelgebied verantwoordelijkheid draagt voor de behandeling van een patiënt. In de regel wordt hiermee de (vaste) huisarts bedoeld.
Artikel 2: de behandelende artsen engageren zich om aan te sluiten bij een coherent medisch beleid binnen het woonzorgcentrum, onder andere met betrekking tot:
Artikel 3: de behandelende arts ondersteunt het beleid van het woonzorgcentrum in het bijzonder inzake:
Artikel 4: de behandelende artsen erkennen de taak en de opdracht van de coördinerende en raadgevende arts zoals omschreven in artikel 33/1 §4 van bijlage 11 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers.
Het gaat om volgende taken:
1. In relatie met het medische korps
2. Inzake bijscholen en vorming
Meewerken aan de organisatie van activiteiten in het kader van bijscholing en vorming in het domein van de gezondheidszorg voor het personeel van het woonzorgcentrum en voor de betrokken behandelende artsen.
Artikel 5: De keuze van de behandelende arts is vrij
De bewoner maakt bij opname zijn keuze voor de behandelende arts schriftelijk over aan het woonzorgcentrum en dit wordt geregistreerd in het geïndividualiseerd en digitaal dossier.
De bewoner of zijn vertegenwoordiger zal bij verandering van de behandelende arts zelf de betrokken artsen op de hoogte brengen van de wijziging.
Bij overlijden van de bewoner wordt het medisch dossier door het woonzorgcentrum conform de wettelijke bepalingen en de regels van de deontologie onder de verantwoordelijkheid van de coördinerende en raadgevende arts bijgehouden.
De behandelende arts houdt zich aan de algemeen geldende deontologische regels vastgesteld door de Orde van Geneesheren.
De aanstelling als coördinerende en raadgevende arts leidt niet tot een feitelijke beperking van de vrije keuze van behandelende arts voor de bewoner.
Artikel 6: Consultaties
De behandelende arts zal, behoudens dringende situaties, zijn of haar bezoeken houden tijdens de uren waarbij de reguliere werking van het woonzorgcentrum het minst in het gedrang komt (dit is tussen 13.00 en 16.00 uur). Hiervoor kan hij of in de kamers van zijn patiënten gaan of gebruik maken van een door het woonzorgcentrum ter beschikking gestelde ruimte.
De consultaties hebben bij voorkeur plaats wanneer de teamcoördinator Zorg of de adjuncten aanwezig zijn. Indien deze niet aanwezig zijn, gebeuren deze wanneer een verpleegkundige aanwezig is.
Telkens de gezondheidstoestand van de bewoner dit vereist, kan het woonzorgcentrum telefonisch of via mail een beroep doen op de behandelende arts. Vanzelfsprekend kan het woonzorgcentrum hier geen misbruik van maken.
Als de behandelende arts niet bereikbaar is, zal de arts van wacht van de regio opgeroepen worden.
De coördinerende en raadgevende arts kan eveneens ingeschakeld worden voor advies en coördinatie bij dringende vragen vanuit het woonzorgcentrum rond de medische zorg van een bewoner indien de behandelende arts niet kan bereikt worden. De coördinerende en raadgevende arts overlegt hierover nadien met de behandelende arts in kwestie.
Artikel 7: Specialistisch advies
Voor specialistische adviezen, medisch-technische prestaties en ziekenhuisopnames verwijst het woonzorgcentrum door naar de ziekenhuizen en diensten waarmee het woonzorgcentrum een samenwerking heeft. De vrije keuze van de bewoner en/of zijn of haar vertegenwoordiger wordt steeds gerespecteerd.
Artikel 8: Gevoerde zorgbeleid
De behandelende arts zal aan zijn of haar bewoners de passende geneeskundige hulp en begeleiding bieden, rekening houdende met de in het woonzorgcentrum gevoerde zorgbeleid.
De behandelende arts contacteert bij ieder bezoek de teamcoördinator, een adjunct-teamcoördinator of de aanwezige verpleegkundige om de nodige informatieoverdracht te garanderen. De teamcoördinator/adjunct-teamcoördinator of verpleegkundige zal alle multidisciplinaire informatie geven zodat de behandelende arts correct geïnformeerd wordt.
Mondeling doorgegeven therapiewijzigingen worden steeds in het individueel en digitaal dossier genoteerd en door de behandelende arts nadien schriftelijk bevestigd via een mail of een registratie in het individueel en digitaal dossier.
De behandelende arts verbindt zich ertoe de relevante gezondheidsgegevens van hun patiënten interdisciplinair te delen, met toestemming van de bewoner of zijn/haar vertegenwoordiger met het oog op de kwaliteit en de continuïteit van de zorg aan de bewoner.
In het kader van de informatiedoorstroming zal de behandelende arts de coördinerende en raadgevende arts inlichten in geval van de vaststelling van een overdraagbare ziekte.
Artikel 9: Dossier
De behandelende arts voorziet, hetzij op papier, hetzij digitaal de nodige informatie voor de opmaak of de actualisering van het medisch deel van het individueel digitaal dossier zoals bepaald volgens artikel 30 van bijlage 11 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers, en dat de volgende elementen bevat:
Het individueel digitaal dossier en eventuele andere dossierstukken van de behandelende artsen (en de andere zorgverstrekkers) worden bewaard met respect voor de privacy zodat enkel de personen die daarvoor bevoegd zijn er toegang toe hebben.
Artikel 10: de behandelende arts maakt voldoende tijd vrij ter ondersteuning van het multidisciplinair zorgteam, in het bijzonder bij zwaar zorgbehoevende bewoners. Dit kan door voldoende tijd vrij te maken voor een bezoek aan het woonzorgcentrum wanneer dit nodig blijkt, of door aanwezig te zijn op een in akkoord vooraf gepland multidisciplinair overleg om zo samen de beste zorg voor de bewoners(s) vast te leggen.
Artikel 11: de familie en mantelzorgers zijn een belangrijke partner in de zorg voor de bewoner. De behandelende arts engageert zich om de familie te woord te staan indien ze medische vragen hebben.
Artikel 12: de behandelende arts zal voor het aanrekenen van zijn honorarium aan de bewoners de tarieven toepassen zoals die zijn vastgelegd volgens het akkoord met de geneesheren, ziekenfondsen of, bij gebreke hiervan, de tarieven zoals vastgelegd in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen van het RIZIV.
Voor elk bezoek wordt een getuigschrift van verstrekte hulp opgemaakt.
De verschuldigde erelonen, al dan niet via de regeling van de derde betalende, worden vereffend door het woonzorgcentrum op basis van de getuigschriften.
Artikel 13: dit reglement wordt samen met het addendum overhandigd aan elke behandelende arts, die het voor ontvangst dient te ondertekenen.
Dit zal ook gebeuren bij elke wijziging van het reglement of van het addendum.
Door het reglement te ondertekenen verbindt elke behandelende arts zich ertoe om zo efficiënt mogelijk samen te werken aan de medische organisatie en de medische zorg van het woonzorgcentrum en dit overeenkomstig de bepalingen die erin zijn opgenomen.
Artikel 14: dit reglement treedt in werking op 1 juli 2024.
Artikel 15: het lokaal bestuur maakt dit reglement bekend op de gemeentelijke website en neemt het op in de besluitenlijst."